Vuur en As 4 - Voorbij de storm - Sabaa Tahir - ebook

Lees nu het langverwachte slotdeel van de internationale bestsellerserie Vuur en As van Sabaa Tahir: Voorbij de storm. Eerder verschenen ook: De heerschappij van de maskers (deel 1), Een fakkel tegen het duister (deel 2) en De Nachtbrenger (deel 3). De strijd tussen de Nachtbrenger en Laia en haar vrienden breekt nu pas echt los. De djinns zijn door toedoen van de Nachtbrenger bevrijd en verwoesten alles wat op hun pad komt. Als het aan de Nachtbrenger ligt, is dit nog maar het begin… Intussen roept zijn bondgenoot commandant Keris Veturia zichzelf uit tot keizerin. Iedereen die haar gezag niet erkent, wordt een kopje kleiner gemaakt. Bovenaan op haar dodenlijst staan de Bloedklauwier en haar overgebleven familieleden. Laia, die aan de kant staat van de Bloedklauwier, wil de Nachtbrenger nu voorgoed vernietigen. Maar in haar pogingen om hem de genadeslag te geven, wekt ze een oude kracht tot leven die haar óf de glorieuze overwinning brengt óf haar roemloze ondergang wordt… 'Vuur en As

Aan het begin van de twintigste eeuw werkt het Twentse gezin Schuurman, bestaande uit Mans, Mientje en hun kinderen Willem en Ennie, in de textielfabriek. Vader Mans staat erom bekend dat hij alles beter denkt te weten dan anderen. Hij moet het laatste woord hebben, anders ontsteekt hij in woede. Oudste dochter Bertha is om die reden al het huis uitgevlucht. Als Mans vanwege fouten en zijn grote mond wordt ontslagen bij de fabriek, maakt dat zijn agressieaanvallen alleen maar erger. Hij wordt zo onhandelbaar dat de dominee Mientje adviseert om te vertrekken. Willem en Ennie blijven achter bij de 'huistiran'. Ze hebben plannen om los te komen van hun vader, maar die denkt daar heel anders over.

[…] toen hij met lenige handen hout schikte, steen tegen steen sloeg en met dat simpel geweld sluipend het smeulen begon, branden ontstond As, vuur valt uiteen in twee delen, die zich tot elkaar verhouden als communicerende vaten. Uitgangspunt voor het eerste deel zijn 'oerwoorden' die alle Euraziatische taalfamilies met elkaar verbinden. Zij vormen de humus waaruit de dichter in dit deel een persoonlijke mythologie laat opbloeien. In het tweede deel gaat het om de vraag wat reizen voor de dichter betekent en hoezeer dat de kijk op de vertrouwde omgeving en het eigen wereldbeeld beïnvloedt.