Anatomie van de vrede - The Arbinger Institute - ebook

Anatomie van de vrede geeft inzicht in de oorzaak en de oplossing van een conflict. Alle conflicten - relatieproblemen, juridische strijdpunten, zelfs oorlogen - komen voort uit de ontkenning van het zelf. Pas als we dit inzien en weer volledige zelfwaardering bereiken, kunnen we vrede sluiten met onszelf en met anderen. Dit boek biedt de theorie aan als een vertelling, met veel dialoog. Zo worden de waardevolle ideeën heel toegankelijk.

In haar boeken heeft Riekje Boswijk-Hummel het hart - dat wil zeggen het vermogen en de behoefte om liefde te geven en te ontvangen - altijd de bron van het menselijk handelen genoemd. De anatomie van liefde gaat in zijn geheel over deze bron. Op heldere en gedetailleerde wijze beschrijft de auteur verschillende verschijningsvormen van liefde, onder andere: vreugde, liefde, extase, mededogen, opofferingsgezindheid, verlangen, troost, vertrouwen, geduld, wanhoop, stoutmoedigheid, tederheid, ontroering en verontwaardiging. Als speciale vermogens van het hart worden het geweten en de capaciteit om te zuiveren door middel van spijt, berouw en vergeving beschreven. De anatomie van liefde is een logisch vervolg op voorgaande boeken van Riekje Boswijk, die samen de belangrijkste knooppunten in het leven van volwassenen beschrijven, maar kan ook zelfstandig, zonder voorkennis uit de andere boeken, worden gelezen. Het boek is niet alleen interessant voor wie zich in de psychologie van de mens

Anatomie van de wendbaarheid gaat in feite over bewegingsanalyse in de sport. De analyse in dit boek van Frans Bosch beperkt zich tot wendbaarheid in spelsporten. Bosch behandelt alle hoogintensieve varianten op de loopbeweging die zich in open situaties voordoen, van rechtdoor lopen tot side-steps, tot eenbenig springen uit aanloop. Het boek heeft een theoretisch deel en een praktisch deel. In deel 1 bakent Bosch het gebied af van hoogintensief bewegen en de context waarin wendbaarheid in sporten zich afspeelt, met termen als constraints, zelforganisatie, zelfstabiliteit en attractor-fluctuatielandschap. In deel 2 maakt hij de vertaling van de theorie naar de praktijk, waarbij de attractoren van alle vormen van wendbaarheid in kaart worden gebracht. De keuze voor hoogintensieve wendbaarheid in spelsporten maakte een exercitie voor het analyseren van bewegen mogelijk die concreet genoeg kon worden om praktische consequenties te hebben voor de trainingspraktijk. Bosch maakt in dit boek