Amerika's beroemdste Nederlander - Cornelis A van Minnen - ebook

Nadat De Roy is gestopt met werken maakt hij met zijn beste vriend een lange fietstocht door enkele Europese landen. Dit blijkt het begin te zijn van een jaarlijkse traditie. Tijdens zijn reizen noteert hij zijn impressies die de aanleiding worden voor het grotere verhaal. Hij staat stil bij enkele verstrekkende veranderingen in zijn bestaan, zoals de omslag van een werkend leven naar een schijnbaar onbegrensde hoeveelheid vrije tijd en van een vaste partner naar een diepe, platonische vriendschap. Hij grijpt daarbij veelvuldig terug op zijn jeugd en zijn meer recente verleden. Dit leidt niet alleen tot verrassende karakterschetsen en spitsvondig beschreven observaties, maar ook tot bespiegelingen en filosofisch getinte overwegingen: hoe ver strekt die vrijheid eigenlijk? In hoeverre kan hij de waan van de dag bepalend laten zijn voor zijn doen en laten? Hoe groot is het profijt van een los-vaste relatie en hoe bevredigend is de tijdslurpende zoektocht op datingsites? Ondertussen raken

Ruud van Winderen reist de hele wereld over om vermiste personen op te sporen. Min of meer gedwongen door zijn belastingschuld, neemt hij een goedbetaalde opdracht aan om naar het door burgeroorlog geteisterde Jemen te gaan en daar voor de gefortuneerde zakenman Diederik de Bruijn diens vermiste zoon Kees-Jan te zoeken. Ruud heeft zijn twijfels over de reis, mede vanwege de grote weerstand van zijn vriendin Joyce, maar door zijn slechte financiële situatie en zijn hang naar avontuur besluit hij te gaan. In Jemen houdt de Nederlandse ambassade zich ook met de vermissingszaak bezig. Vanuit de ambassade is diplomaat Felix van Moorsel Ruuds aanspreekpunt. Hij vangt Ruud in Jemen op en neemt hem op sleeptouw in het diplomatieke wereldje. Het wordt Ruud al snel duidelijk dat niets is wat het lijkt. Er blijken onvermoede persoonlijke relaties te bestaan en de duistere kant van de Jemenitische stammencultuur wordt gaandeweg zichtbaar. Bovendien is al-Qaeda nog steeds actief in Jemen. De

Drieënveertig jaar is Naeeda Aurangzeb al Nederlander. En al drieënveertig jaar lang, 365 dagen per jaar wordt ze ongevraagd blootgesteld aan opmerkingen en goedbedoelde doch misplaatste grapjes over haar culturele achtergrond en religie. Er wordt getwijfeld of ze wel Nederlands genoeg is, of ze te vertrouwen is. Of ze écht zo ruimdenkend is, of toch een wolf in schaapskleren? 'Geef dan eens een voorbeeld van zo'n nare opmerking,' vragen haar witte collega's en vrienden geregeld als ze probeert haar ervaringen te delen. Achteraf weet je precies wat je eigenlijk had moeten antwoorden, maar op het moment zelf val je stil. Het zijn namelijk vaak vrij alledaagse opmerkingen, maar ze elke dag, week in, week uit moeten horen gaat een mens niet in de koude kleren zitten. Dat soort taal kruipt in je hoofd en lijf. Nu is het tijd om de stilte te doorbreken. Want de voorbeelden in dit boek zijn voor mensen van kleur elke dag opnieuw hun werkelijkheid, soms in de vorm van een simpele opmerking