
Het paleis in de Arcisstrasse (Paperback)
'Voortaan heb ik aan ieder been een gouden kogel' schreef Thomas Mann aan Heinrich na zijn huwelijk op 11 februari 1905 met de miljonairsdochter Katia Pringsheim. Ze groeide op in het imposante neorenaissance stadspaleis in de Arcisstrasse nr.12 in München, dat in 1889 was gereedgekomen. Een beeld wordt geschetst van het leven van grote, van oorsprong Joodse families tijdens het fin de siècle in het Wilhelminische Duitsland. Moeilijkheden met de oudste zoon Erik, zijn verbanning naar Argentinië en zijn plotselinge overlijden wierpen een schaduw over de eerste huwelijksjaren van Thomas Mann en Katia. Er ontstond een conflict waarbij de gemoederen hoog opliepen toen de schoonvader van Thomas Mann publicatie verbood van de novelle Wälsungenblut. De vraag hoever de invloed reikte van de schoonouders van Thomas Mann op zijn leven en werk staat dan ook in deze monografie centraal. Speciale aandacht gaat uit naar het lot van de kostbare van Alfred Pringsheim na de machtsovername door Hitler
19,95