
Vrijplaats voor de kunsten (Paperback)
De Haagse Vrije Academie, vanaf 1970 bekend als 'Psychopolis', stond wijd en zijd bekend als vrijgevochten kunstinstituut voor iedereen, jong en oud, met of zonder schoolopleiding. Een kunstacademie waar geen selectie- en beoordelingsprincipes bestonden, evenmin als een opkomstplicht. Er heerste vrijheid van kunstopvatting: er werd subjectief werken 'van binnenuit' gepropageerd en daarvoor waren geen maatstaven. Al sinds de oprichting in 1947 door Livinus van de Bundt zette de Vrije Academie zich af tegen de al eeuwen bestaande Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Waar je op de Haagse Academie moest leren om 'naar de natuur' te tekenen, schilderen of beeldhouwen, ging het op de Vrije Academie om de verbeelding en maatschappelijke solidariteit. Desondanks of juist dankzij deze aanpak bracht het laagdrempelig instituut veel talent voort. In 1968 nam George Lampe als tweede directeur het stokje over. Psychopolis was voor hem niet minder dan een minimaatschappijtje, een proeftuin voor de
39,90