Mojo Sealife Coelacanth 381050

De ezelspinguïn is een middelgrote pinguïnsoort die voorkomt op de rotsachtige eilanden van de sub-Antarctische Oceaan. Ezelspinguïns zijn het gemakkelijkst te onderscheiden door de witte "motorkapachtige" markering over de bovenkant van hun hoofd, en zijn het nauwst verwant aan de Adelie en Chinstrappenguins die tot dezelfde groep behoren. 5 x 4.5 x 6.25 cm

Narwallen hebben geen rugvin, mogelijk een evolutionaire aanpassing om gemakkelijk onder ijs te kunnen zwemmen. Hun nekwervels zijn verbonden, net zoals die van landzoogdieren, in plaats van samengesmolten te zijn zoals bij de meeste walvissen. Beide kenmerken worden gedeeld door de beluga-walvis. Opvallend is natuurlijk zijn lange, puntige hoorn aan de voorkant van zijn gezicht. Deze Narwal is 19 x 6,5 x 3 centimeter groot.

De bultruggen brengen de zomermaanden door in de koudere, polaire wateren en vervolgens trekken de bultruggen in de winter naar het zuiden naar de warmere tropische wateren waar de bultruggen leven van hun vetreserves totdat ze in de zomer weer naar het noorden trekken. De gemiddelde bultrugwalvis kan elk jaar ongeveer 25.000 km afleggen wanneer de bultrug tussen het noorden en het zuiden migreert. 25.5 x 12 x 4.5 cm

De walvishaai is, net als 's werelds op een na grootste vis, de reuzenhaai, een filtervoeder. Om te eten steekt het beest zijn formidabel grote kaken uit en filtert hij passief alles op zijn pad. Het mechanisme is getheoretiseerd om een techniek te zijn die "cross-flow filtratie" wordt genoemd, vergelijkbaar met sommige beenvissen en baleinwalvissen. Afmetingen: 22 x 11,5 x 7,5 centimeter.