
Koloniale mythen en Benedenwindse feiten (Hardback)
De geschiedschrijving van de zogenaamd Spaanse periode van de Benedenwindse eilanden Curaçao, Aruba en Bonaire (ca. 1499-1634/6) wordt nog steeds gedomineerd door koloniale mythes over inheemse bewoners en Spaanse encomenderos. Inheemse bewoners worden beschreven vanuit een eurocentrisch perspectief ofwel als Giganten (Vespucci) ofwel als volgzame onderworpenen van Europese kolonisatie. Al in 1588, verdedigde Juan de Castellanos in zijn 'Elegías de los claros varones de Indias y la historia del Nuevo Reino de Granada' het encomienda systeem en prees hij de Benedenwindse encomendero's Juan de Ampiés en Lazaro Bejarano. Twintigste eeuw historici reproduceerden deze koloniale verbeelding van de Benedenwindse eilanden. Europese nieuwkomers werden afgebeeld als de brengers van het christendom en humanisme of als oprichters van het (post) koloniale context van de Nederlandse Antillen. Ook literatoren werden beïnvloed door deze koloniale mythen. In 1970 liet arts en dichter Chris Engels
95,-