
Zes maanden in Albanië (Paperback)
Voorjaar 1914. De jonge Nederlandse officier Jan Fabius meldt zich aan voor deelname aan een Nederlandse vredesmissie in Albanië. Hij kent de Balkan, heeft als oorlogsverslaggever in Bulgarije en Montenegro de Eerste Balkanoorlog meegemaakt en zoekt nieuwe avonturen. Albanië is eind 1912 onafhankelijk geworden en is kwetsbaar: Griekenland en Montenegro schonden de grenzen van de nieuwe staat; na de terugtrekking van het Ottomaanse leger is er een gezagsvacuüm ontstaan. Het doel van de vredesmissie, onder leiding van kolonel Willem de Veer en tweede man Lodewijk Thomson, is het opzetten van een gendarmerie. Twaalf Nederlandse officieren verspreiden zich in zes koppels over evenveel Albanese regio's. Fabius komt met zijn collega Kroon in maart 1914 terecht in Scutari, Noord-Albanië. Ze hebben grote moeite er een gendarmerie van de grond te krijgen. Ze worden tegengewerkt door een internationale controle commissie die na een vredesverdrag troepen uit Engeland, Duitsland, Frankrijk, Italië
22,90