
Natuurvolk en westerse beschaving (Paperback)
Heeft vele maanden achtereen heeft Margaret Mead vertoeft in een geïsoleerde eilandgemeenschap, op een plek waarin noch de missie of zending, noch de wereldhandel was doorgedrongen. Hier komt zij het opgroeien van de kinderen gadeslaan van hun vroegste jeugd tot aan de volwassenheid, hetgeen zij deed met de humor en warm medeleven en zo kreeg zij een inzicht in de vele gebruiken, taboes en bijgelovige praktijken welke daarbij een rol spelen. Haar boek bevat een onthullende en diepgaande studie aan van de kleine, schilderachtige stam der Manoes, die een eilandje in de archipel Nieuw-Guine bewonen, en het geeft een treffende kijk op de verhouding van de ouders tot hun kinderen en tot elkander, op de gebeurtenissen in het familieleven en het verband dat dit voor hun besef heeft met een bovennatuurlijke wereld. Door heel het boek heen trekt de schrijfster merkwaardige parallellen tussen de primitieve cultuur van dit ver verwijderde volksleven, en met name tussen de bijbehorende primitieve
14,99