De hete Urbanus (Paperback)

In het eerste deel van de Tegen De tijd-trilogie, De facelift Van Urbanus, wil Urbanus het zoontje worden van de rijke barones Pif de Zwif. Daarvoor reist hij, dankzij de klok van Vadertje Tijd, terug in het verleden tot vóór zijn geboorte. Hij tracht zijn vader te koppelen aan de barones, maar Cesar heeft meer oog voor poetsvrouw Eufrazie

Ramp o ramp! De familie Urbanus dreigt nog armer te worden dan ze al waren. Er zit maar één ding op: Urbanus moet in de mijnen gaan werken om geld te verdienen. Na een paar weken is hij dat zo beu, dat hij de wijde wereld intrekt en op avontuur gaat! Gelukkig staan er overal wegwijzertjes naar Het Avontuur en komt hij terecht bij... de steenkoolmijnen. Maar die zijn helemaal niet meer zoals hij ze gewend is! Voor hij het weet waant hij zich een echte Indiana Jones...

Urbanus is te grappig. Echt waar, het is tragisch, maar het is zo. Door zijn mopjes is Tommeke Titelbroeck, een klasgenootje, ten prooi gevallen aan het gevaarlijke lachsyndroom. Urbanus wordt veroordeeld tot een levenslang grapjesmaakverbod en hij voelt zich daarbij doodongelukkig. Letterlijk zelfs...

Rampspoed en onheil! Het intellectueel niveau van de Urbanus-strip stijgt: personages citeren Shakespeare, iedereen loopt rond in zwartwit omdat dat chiquer staat en de familie Urbanus krijgt de maken met de ene tegenslag na de andere. Tijd voor Urbanus zelf om eens orde op zaken te stellen bij zijn tekenaar!

Urbanus doet moordpogingen omdat hij Urbaniëtte en Oktaviëtte mist.

Urbanus richt veel schade aan bij nonkel Fillomon als wraak.

Urbanus en Cesar maken van s morgens vroeg tot s avonds laat ruzie. Na een zoveelste woordenwisseling trekt Urbanus het huis uit en gaat hij op zoek naar werk. Cesar en Eufrazie besluiten de kamer van Urbanus te verhuren. Jef Patat opent er een S.M.-club (soepmixer- club) en gebruikt daarvoor heel wat worsten. Hij wordt dan ook al snel verdacht wanneer een seriemoordenaar, bijgenaamd de worstenwurger, de streek onveilig maakt en zijn slachtoffers achterlaat met een sliert worsten rond hun nek gedraaid...

Tante Fillomeen is dood en laat Urbanus een miezerig huisje in Ninove en een luizenplaag na. Wanneer de familie Urbanus uit Tollembeek verjaagd wordt en haar intrek neemt in Ninove, breken barre tijden aan: Urbanus wordt gepest op school, Cesar vindt het bier in Ninove absoluut schandalig en Eufrazie doet niet anders dan het dagboek van Tante Fillomeen lezen. Die blijkt in Nepal een tehuis voor straatkinderen te hebben opgericht!

Urbanus heeft op school geen problemen omdat hij zijn huiswerk altijd door de geleerde Amedee laat maken. Maar op een dag ontmoet Amedee de bloedmooie vlieg Natasha en wordt smoorverliefd. Omdat Natasha een eendagsvlieg is, besluiten ze onmiddellijk te trouwen en kinderen te verwekken. Wanneer Amedee na Natashas dood doorslaat, schakelt Urbanus zijn varken Wieske in om zijn huiswerk te maken. Wieske heeft via Internet contact met de grootste genieën ter wereld. Dat ontgaat ook premier Dehaene niet, die prompt naar Urbanus stapt en Wieske koopt...

In de tabak en het bier van Tollembeek blijkt Zabberlippius te zitten, een spierverslapper die eigenlijk gebruikt wordt om bronstige olifanten te kalmeren. De burgemeester vaardigt een algemene drooglegging uit, een ramp voor de mannen van Tollembeek! In het album volgen we een dag in het leven van Eufrazie die als poetsvrouw moet infiltreren bij de gangsters Giona en Mattia. Diezelfde dag in het leven van Cesar verloopt heel anders: in zijn zoektocht naar tabak en bier komt bij in aanraking met de gangsters Vincent en Jules. Tenslotte gaan we met Urbanus mee die na zijn avontuur in de Moulin Rouge ook terechtkomt bij Vincent en Jules. Uiteindelijk lopen de drie verhaallijnen mooi samen in een spannende en vooral hilarische plot! Een knap Urbanus-verhaal met een vette knipoog naar de film Pulp Fiction.