De bende van Luuk

Een tienermeisje raakt betrokken bij een overval met dodelijke afloop. Ze slaat op de vlucht voor zowel de dader als de politie. Haar gescheiden ouders proberen bescherming te bieden. De moeder door met haar te vluchten naar een afgelegen vakantiehuisje en de vader door haar te vinden voordat een moordenaar dat doet. De ouders en het meisje belanden in een afgrijselijke nachtmerrie… Peter Weijenberg (1958) is thrillerschrijver en scenarist van diverse stripverhalen. Jarenlang schreef hij de strip “Jan, Jans en de kinderen”. Peter woont en werkt in de oude vestingstad Zaltbommel.

Tim (10 jaar) en Tess (9 jaar) zijn broer en zus. Hun beste vriend is Rohan (11 jaar). Hij zit bij Tim en Tess op school en woont ook in de buurt. Ze zijn een beetje bang voor de oude achterbuurman, die hen altijd wegjaagt uit de brandgang tussen hun huizen en het appartementengebouw. Ze hebben een speciale code om elkaar te waarschuwen als de achterbuurman in de brandgang rondloopt. Hun hond Bas is daarentegen dol op die achterbuurman en denkt altijd dat hij met hem wil spelen, als deze hem met de bezem achterna zit. Ze noemen hem daarom meneer Bezem. De oude buurvrouw van Tim en Tess is een kunstenares met haar atelier in het tuinhuisje naast de grote boom die op de erfgrens staat. Omdat zij gaat verhuizen, komen er nieuwe buren, twee (volwassen) broers. Zij houden er rare werktijden op na. Ze breken 's nachts het tuinhuis af, en graven de tuin deels af. Al gauw blijkt dat ze niet gaan verbouwen, maar ergens naar op zoek zijn. Tess, Tim en Rohan raken betrokken bij een gevaarlijke

In de nazomer van 1944 werd de Groningse regio Oldekerk geplaagd door een serie gewapende roofovervallen op welgestelde landbouwers en veehouders. De overvallers deden zich voor als Landwachters of Grüne Polizei. Het spoor van de overvallers leidde naar 'Klein Rusland', een blokje van vier piepkleine huurwoningen voor de allerarmsten, weggestopt te Faan, aan de buitenrand van de gemeente Oldekerk. Op de avond van 6 oktober 1944 maakte de Sicherheitsdienst daar een bloedig einde aan 'De Bende van Oldekerk'. De drie opgeschoten daders en een onschuldige zestigjarige huisvader vonden daarbij de dood. Nabestaanden, autoriteiten en inwoners van de gemeente Oldekerk zwegen over het bloedbad. Het voorval ontglipte daarmee aan de geschiedschrijving. Wat gebeurde er precies op die fatale 6e oktober 1944? Wie waren de slachtoffers, waarom gingen ze op het roverspad en waarom was de Sicherheitsdienst zo naarstig naar ze op zoek? En waarom werden deze moorden in de doofpot gestopt?

Pech voor de familie Van Steen. Hun auto is gestolen en paps vindt maar geen werk. Centen om een nieuwe wagen te kopen of om op vakantie te gaan zijn er dus niet. Tot overmaat van ramp gaan Jonas, Mats en Nelle wel op reis. Slechter kan de vakantie voor Blinker niet beginnen, want een vakantie zonder Nelle is geen vakantie. Immers, everybody needs somebody to love. In dit derde Blinkerboek zijn Blinker en Nelle weer een jaartje ouder. Rijper ook. De vlinderkriebels in hun buik fladderen als nooit tevoren! Bovendien blijkt het avontuur ook nu weer in een klein hoekje op de loer te liggen.

“De bende van Bommelberge is een melancholisch verhaal met een lach en een traan. De dramatische passages worden afgewisseld met veel humor. Voor mensen die in de jaren negentig zijn opgegroeid zal de roman misschien een stukje jeugdsentiment oproepen.” Zeven jongens en een meisje richten een bende op die zich toespitst op kattenkwaad en kruimeldiefstal. Geleidelijk aan verleggen ze hun grenzen.

In de achttiende eeuw gaat de bevolking van het zuiden van Nederland, België en het Rijnland gebukt onder armoede en honger. Gedwongen door de honger trekken groepen mensen eropuit om voedsel te stelen daar waar het te halen valt, onder meer bij grote boerderijen, veelal in het bezit van de adel, bij rijke abdijen en bij bierbrouwers. Ze worden bokkenrijders genoemd omdat ze zich volgens het volksgeloof 's nachts op de rug van duivels, in de gedaanten van bokken, door de lucht zouden verplaatsen. In feite vechten ze tegen het onrecht. De bende van de Bokkenrijders steelt van de rijken en geeft hun buit aan de armen. De boerenzoon Mathijs Stevens uit De Heek bij Valkenburg treedt als stalknecht in dienst bij chirurgijn Joseph Kirchhoffs in Kerkrade-Herzogenrath. Doordat hij intelligent is laat de dokter hem lessen volgen bij de koorheren in de abdij Kloosterrade (het latere Rolduc) en neemt hem dan in dienst als leerling-chirurgijn. Wat Mathijs niet weet is dat de dokter de geheime

Op een hoge berg in het wilde woud staat een huis. Een groot, wonderlijk, haast levend clubhuis. Het is het terrein van De bende van ellende. De enige magische vriendenclub, waar je NIET bij wilt horen.   En op een dag hoort Vos er plots bij. Bij deze club die alleen voor deze bijzondere dieren is, die iemand moeten missen. Net zoals Vos zijn vader zo ontzettend mist.   Want hoe verdrietig het ook is als iemand van wie je houdt dood is. En hoe verschillende iedereen er ook mee omgaat. De bende van ellende staat voor Vos klaar. En dat voelt een stuk minder alleen.

Een opwindende roadtrip vol excentrieke personages en geflipte actiescènes. Voor tieners vanaf 12 jaar die houden van adrenaline en een serieuze scheut humor. Wanneer een ontsnapte gevangene de auto van zijn moeder carjackt, belandt Maxim in een bloedstollende politieachtervolging. De bestemming van zijn ontvoerder is duidelijk: Londen. Maar de weg ernaartoe betekent een avontuur bol van de actie en een ontdekkingstocht vol bonte en vaak humoristische personages. Zij helpen hen de ene keer op weg en steken hen de andere keer een stok in het wiel.

Omdat ze een laag pensioentje heeft, besluit Moemoe een bende op te richten die bontjassen steelt. Op datzelfde moment voeren Fanny en haar nieuwe vriend Aart Appel een campagne tegen het dragen van bontmantels. Het geheel ontspoort en eindigt in de rechtszaal, met een hartverwarmend pleidooi van Moemoe.