
De sterrenwereld en de mens (Paperback)
De moderne astronomie benadert de kosmos als een systeem, of een verzameling van systemen, beheerst door natuurkundige wetten. Rudolf Steiner schetst de kosmos als een organisme - een levend geheel van onderling communicerende organen, geregeerd door geestelijke wezens. Vervolgens laat hij zien dat dit grootse organisme een tegenhanger heeft op aarde, namelijk het organisme van de mens. In oude culturen wisten de mensen van dit 'Zo boven, zo beneden'. Die kennis leidde ook tot praktische toepassingen, bijvoorbeeld in de geneeskunde, de landbouw en zelfs de bouwkunst. Wat nu nog als astrologie bestaat, is een - helaas in veel gevallen verwaterde - erfenis van die oude wetenschap. Steiner blijkt in deze voordrachten uitstekend bekend met de astronomie van zijn tijd. Wij zijn nu een eeuw verder. Maar hoe gigantisch onze natuurkundige kennis van het heelal sindsdien ook is toegenomen, de blikrichting is wezenlijk dezelfde gebleven. Tegelijkertijd is het respect van de mensheid voor de
27,50